De Donder

1. Alif Laam Miem Raa. Dit zijn de verzen van het boek. En dat wat van jou Heer aan jou is neergezonden is de waarheid, maar de meeste mensen  geloven (het) niet. 2. Allah is Hij die de hemelen heeft doen verrijzen zonder pilaren die jullie kunnen zien. Daarna zetelde Hij Zich op de Troon. En Hij heeft de zon en de maan dienstbaar gemaakt; elk volgt zijn baan tot een (door Hem) vastgestelde termijn. Hij regelt alles (en) Hij legt de tekenen duidelijk uit, opdat jullie zeker zullen zijn van de ontmoeting met jullie Heer. 3. En Hij is het die de aarde uitspreidde, er bergen op plaatse en rivieren in vormde. En Hij maakte erop van elke soort vruchten twee in paren. Hij doet de nacht de dag bedekken, daarin zijn waarlijk tekenen voor mensen die nadenken. 4. En er zijn op de aarde aan elkaar grenzende streken (maar toch verschillend van aard en samenstelling) en tuinen met druivenranken en (andere) gewassen en dadelpalmen, met verschillende stammen (of takken) uit één wortel of met één stam, zij worden met hetzelfde water bevloeid en toch doen Wij sommigen er van in fruit boven anderen uitmunten. Daarin zijn waarlijk tekenen voor mensen die hun verstand gebruiken. 5. En indien jij je (al hiervoor) verwondert, dan is hun uitspraak: ''wanneer wij stof zijn geworden, zullen wij dan opnieuw worden geschapen?'' nog verwonderlijker. Deze zijn het die niet in hun Heer geloven en zij zullen ketenen om hun nek hebben en zij zijn die de bewoners van het Vuur zijn, waarin zij zullen vertoeven.


 6. En zij vragen jou het kwade te bespoedigen, eerder dan het goede; hoewel er vóór hen tot voorbeeld dienende straffen zijn voorgekomen. Jouw Heer is waarlijk vol van vergiffenis voor het mensdom, ondanks hun onrechtvaardigheden en jouw Heer is waarlijk streng in het vergelden. 7. En zij die niet geloven zeggen: ''waarom is er aan hem (de Profeet) geen (wonder)teken van zijn Heer neergezonden?'' Maar jij bent slechts een Waarschuwer en voor elk volk is er een gids.


8. Allah weet wat elke vrouw draagt en wat de baarmoeders (in periode) niet voldragen en wat zij (in periode) doen toenemen. En bij Hem heeft alles een eigen maat. 9. Hij is de kenner van het ongeziene en het waarneembare, de Grootste, de Meest Verhevene. 10. Het maakt (voor Hem) niet uit of iemand onder jullie zijn woorden (ideeën) verbergt of dat hij die openlijk uit; (zo ook niet) hij die zich s nachts verbergt of hij die overdag (openlijk) rondtrekt. 11. Hij heeft bewakers (engelen), voor en achter hem, zij bewaken hem vanuit de opdracht van Allah. Allah verandert waarlijk de toestand van mensen niet totdat zij hun eigen toestand (zichzelf) veranderen. En wanneer Allah het met mensen slecht voorheeft (als gevolg van hun eigen slechte daden, is er geen afwenden mogelijk, noch hebben zij een beschermer naast Hem. 12. Hij is het die jullie de bliksem toont, vrees en hoop veroorzaken en Hij doet zware wolken ontstaan. 13. En de donder verkondigt Zijn glorie met de lof  die Hem toekomt en zo ook de engelen, uit ontzag voor Hem en Hij zendt de donderslagen en treft er mee, wie Hij wil; terwijl zij over Allah redetwisten en Hij is streng in de bestraffing. 14. Hem komt het ware gebed toe. En degene die zij buiten Hem aanroepen, verhoren hen in het geheel niet, doch (zij zijn) als iemand die zijn handen uitstrekt naar het water, opdat het zijn mond zal bereiken, maar zal hem nooit bereiken. En de smeekbede van de ongelovigen gaat steeds verloren. 15. En wie (alles en iedereen die) in de hemelen en op aarde zijn, onderwerpen (knielen) zich willens of onwillens (neer voor) aan Allah en (zo ook) hun schaduwen, s morgens en s avond. 16. Zeg: ''Wie is de Heer van de hemelen en de aarde?'' Zeg: ''Allah, zeg: ''Hebben jullie naast Hem dan beschermers genomen die voor zichzelf geen macht over goed noch kwaad hebben?'' zeg: ''kunnen de blinde en de ziende gelijk zijn?'' Of kan de duisternis gelijk zijn aan het licht? Of schrijven zij aan Allah deelgenoten toe die iets geschapen (zouden) hebben zoals Zijn schepping zodat beide scheppingen hen gelijk leken? Zeg ''Allah is de  Schepper van alle dingen en Hij is de Ene, de Aldominerende''. 17.Hij zendt water neer van de hemelen, zodat rivierbeddingen overeenkomstig hun omvang en de stroom aanzwellend schuim met zich meedraagt. En bij wat zij (de mensen) in het vuur verhitten om sieraden en gereedschappen ervan te vervaardigen komt en soortgelijk schuim vrij. Zo licht Allah de waarheid en de valsheid toe. Wat nu het schuim betreft, het verdwijnt als iets waardeloos, maar wat de mensen baat, dat blijft op aarde. Zo zet Allah de gelijkenissen uiteen.
18. Voor hen die aan hun Heer gehoor geven is er het goede en zij die Hem geen gehoor geven - al zouden zij alles wat op aarde is en het gelijke erbij bezitten, zouden zij het zeker als losprijs aanbieden (op de Dag van het Oordeel). Dezen zijn het die een slechte afrekening zullen ontvangen en hun tehuis is de hel. En dat is een slechte rustplaats. 


19. Is iemand die weet dat wat er van jouw Heer aan jou is neergezonden de waarheid is, gelijk aan iemand die blind is? Alleen zij die met diep inzicht begiftigd zijn , trekken er lering uit, 20. Zij die het verbond met Allah vervullen en dit (die overeenkomst) niet breken. 21. En zij die verbinden, wat Allah bevolen heeft te verbinden en die ontzag hebben voor hun Heer en de slechte afrekening vrezen. 22. En zij die geduldig volharden in het verlangen naar het welbehagen van hun Heer en die het gebed onderhouden en van wat Wij heb hebben gegeven, heimelijk en openlijk uitgeven en die het kwade met het goede afweren, zij zijn het voor wie de goede eindbestemmingen is.
23. Paradijstuinen van eeuwige gelukzaligheid die zij zullen binnentreden samen met diegenen van hun vaderen en hun echtgenoten en hun nakomelingen die rechtschapen waren. En engelen zullen van iedere poort tot heb komen, (zeggende): 24. ''Vrede zij met jullie, omdat jullie geduldig volharde hebben; zie, hoe uitstekend is de (jullie) eindbestemming''. 25. En zij die het verbond met Allah verbreken na de bekrachtiging ervan en uit elkaar halen wat Allah heeft opgedragen om te verbinden en op aarde verderf zaaien, hen treft de vloek en zij zullen een slecht tehuis hebben. 26. Allah verruimt en beperkt de voorziening voor wie Hem behaagt. En zij (de mensen) verheugen zich in het leven van deze wereld - hoewel, vergeleken met het Hiernamaals, het leven van deze wereld slechts een voorbijgaand genot is.


27. En zij die niet geloven, zeggen: ''waarom is hem (de Profeet) geen teken van zijn Heer neergezonden?'' Zeg; ''Allah laat dwalen wie Hij wil en leidt tot Hemzelf degene die zich bekeert.''
28. Zij die geloven en van wie de harten rust vinden door het gedenken van Allah - want, waarlijk, in het gedenken van Allah vinden de harten rust. 29. Zij die geloven en goede werken doen - voor hen is er gelukzaligheid en een uitstekende plaats van terugkeer. 30. Zo hebben Wij jou (als Boodschapper) tot een gemeenschap gezonden - waaraan andere gemeenschappen zijn voorafgegaan - opdat jij aan hen hetgeen Wij jou hebben geopenbaard zou kunnen verkondigen, want zij verwerpen de Barmhartige. Zeg: ''Hij is mijn Heer; er is geen god dan Hij. In Hem leg ik mijn vertrouwen en tot Hem is mijn toevlucht. 31. en zelfs als er een Qor`aan was, waarmee de bergen verzet zouden kunnen worden, of de aarde kon worden gespleten, of de doden tot spreken konden worden gebracht - (zouden zij er nog niet in geloven). Nee, de zeggenschap berust geheel bij Allah! Zijn de gelovigen dan nog niet te weten gekomen dat, indien Allah het gewild had, Hij het gehele mensdom zou hebben geleid? En de ongelovigen zullen onophoudelijk door rampen getroffen worden wegens hun daden, of die zullen dichtbij hun huizen plaatsvinden, totdat de belofte van Allah vervuld wordt. Allah faalt waarlijk niet in Zijn belofte.


32. En Boodschappers werden vóór jou inderdaad ook bespot, maar Ik schonk uitstel aan de ongelovigen. Dan heb Ik hen onderhanden genomen en hoe (vreselijk) was Mijn vergelding!
33. Is Hij die over elke ziel waakt ten aanzien van hetgeen zij verdient (gelijk aan wat dan ook in de schepping)? Toch kennen zij gelijken aan Allah toe. ''Noemt hen''. Zouden jullie hem willen inlichten over iets op aarde waar Hij niets van af weet?
Of zijn het holle woorden? Nee, maar het plan van hen die niet geloven is voor hen aantrekkelijk gemaakt en zij worden van de juiste weg afgehouden. En wie door Allah aan het dwalen wordt gebracht, zal geen gids vinden. 34. Voor hen is er een bestraffing in het leven van deze wereld; maar de bestraffing van het Hiernamaals is zeker heviger en zij zullen (daar) tegen Allah geen beschermer hebben. 35. Het beeld van het Paradijs dan aan de godsbewusten is beloofd is dat van een tuin waardoor stromen vloeien, waarvan het fruit en de schaduw eeuwigdurend zijn. Dit is de eindbestemming van hen die God vrezen, maar de eindbestemming van de ongelovigen is het Vuur. 36. En degenen, wie Wij het Boek hebben gegeven, verheugen zich in dat wat aan jou is neergezonden. En er zijn sommige van de bondgenoten die een deel ervan ontkennen. Zeg: ''mij is slechts bevolen Allah te aanbidden en niets met Hem te gelijkstellen. Tot Hem roep ik (de gehele mensheid) op en tot Hem is mijn terugkeer!'' 37. En zo hebben Wij het als een duidelijk oordeel in het Arabisch neergezonden. En als jij, nadat (goddelijk geïnspireerde)  kennis tot jou gekomen is, hun grillen (verbeeldingen) volgt, zal (er) voor jou tegen (de straf van) Allah geen helper of beschermer zijn.

38. En Wij hebben vóór jou al Boodschappers gezonden en aan hen vrouwen en kinderen toegewezen. En het is niet aan een Boodschapper om een teken te brengen tenzij met de toestemming van Allah. Voor iedere termijn is er een (Goddelijk) Voorschrift. 39. Allah wist uit wat Hij wil en (be)vestigt wat Hij wil en bij Hem is de oorsprong van het Boek. 40. En of Wij jou iets laten zien van wat Wij hun aangezegd hebben, of jou doen streven - op jou rust (alleen)de verkondiging (van de Boodschap) en aan Ons is de afrekening. 41. Zien zij (dan) niet dat Wij tot het land komen (met Onze straf), het langzamerhand (van de grenzen) verminderend, Allah besluit en niemand kan Zijn besluit weerstaan. En Hij is snel in het afrekenen. 42. En degenen die vóór hen waren, verzonnen plannen, maar (het slagen van) alle plannen berust(en) bij Allah. Hij weet wat elke ziel verdient en de ongelovigen zullen weldra weten voor wie de (goede) eindbestemming is. 43. En zij die niet geloven zeggen; ''Jij bent geen gezondene''. Zeg: ''Allah is toereikend als getuige tussen jullie en mij, alsmede Hij die kennis van de heilige Schrift bezit''. 












Reacties

Populaire posts van deze blog

De Druk om er “Goed” uit te zien

Vader