Wat zegt de islam over muziek?
In het boek İhyâü Ulûmi’d-Dîn start imam Ghazâlî onder het kopje “Het beluisteren van muziek (semâ) is het teken van Moebah (noch aanbevolen, noch aangeraden)” als volgt:
“Beweren dat het beluisteren van muziek haram is, betekent dat Allah diegene zal straffen voor het beluisteren van muziek. Dit is een kwestie, die niet alleen met het verstand te begrijpen is. Zodoende, moet er gekeken worden naar islamitische bronnen (Koran, overleveringen, Qiyas, Ijma) en naar de vergelijkingen gebaseerd op dit soort bronnen. Als er aan de hand van de vergelijkingen van de islamitische bronnen geen goed en juist resultaat is bereikt, dan zijn de beweringen dat muziek luisteren haram is ongegrond.”
Vervolgens zegt Ghazâlî dat; met mate of niet, de invloed van het luisteren naar een mooie stem en de invloed van muziek op de luisteraar leidt ertoe dat het luisteren naar muziek Moebah is. Hij probeert de argumenten van degenen die het tegendeel beweren één voor één te beantwoorden (el-Gazzali Muhammed, İhyâu-ulûmi’d-din, I-IV, Kahire,1939 268-284).
Imam Ghazâlî heeft over het onderwerp muziek alle beweringen geanalyseerd, de bewijzen vergeleken en is tot de volgende conclusie gekomen:
Muziek, of het nu een stem of instrument is, is niet bindend aan één oordeel; het kan Haram (verboden) , Makroeh (afgeraden) en Moestahab (aangeraden) zijn.
1) Muziek die slechts aanzet tot wereldse verlangen en de wellust van jongeren is haram.
2) Voor diegenen die het grootste deel van hun tijd hieraan besteden of er een gewoonte van hebben gemaakt, is het makroeh.
3) Voor diegene die niet verstrikt raakt in allerlei gevoelens en alleen geniet van een mooie stem is het moebah,dus toegestaan.
4) Voor diegene die overvolle liefde voelt tegenover Allah, wanneer een mooie stem aanspoort tot goede eigenschappen en attributen, is muziek luisteren moestahab . (İhya, 2/302)
Doorgaand in zijn analyse drukt Ghazâlî uit dat het oordeel over muziek, afhankelijk van de situatie, moebah of mendub (aangeraden) kan zijn. Wat muziek haram maakt, zijn de volgende vijf punten die er later bij zijn komen kijken:
1) Als degene die zingt een zangeres is, en de luisteraar is bang dat de stem van de zangeres hem aanspoort tot wellustigheid, dan is het haram. Hier heeft het oordeel haram geen betrekking op de muziek, maar op de stem van de zangeres. De stem van de zangeres is eigenlijk niet haram; maar als het aanspoort tot wellustigheid dan is het zelfs haram om naar Koran recitatie te luisteren. (Haifi Buhârî en şârihi allâme Aynî ”Tijdens een Eid (feest) luisterden Hz. Muhammed (v.z.m.h.) en Ebû Bekr (r.a.) naar twee bijvrouwen. Uitgaande van dit kwamen zij(Buhârî en şârihi allâme Aynî) tot dezelfde conclusie”. Umdetu’l-kâri, I-XI, el-Âmire, 1308-1311, 3/360.)
2) Als een muziek instrument een symbool is van alcohol gemeenschappen, dan is het bespelen van dit instrument haram; alle andere instrumenten zijn nog altijd moebah.
3) Als de lyriek van een lied slecht is, dus als zij in strijd is met de Islam en Islamitische ethiek, dan is het luisteren of zingen van dit lied met of zonder muziek haram.
4) Iemand die gevangene is in zijn lustige gevoelens die de jeugd met zich meebrengt, overmatig dol is op muziek en als de muziek aanzet tot zijn lichamelijke verlangen, dient uit de buurt van muziek te blijven.
5) Als muziek een gewone persoon niet aanspoort tot wellustigheid en niet tot liefde tegenover Allah maar het neemt wel al zijn tijd in beslag en het weerhoudt hem of haar van andere zaken, dan is zij alsnog haram. (İhya, 2/279-281. (samengevat.); bk. Hayrettin Karaman, Günlük Hayatımızda Helaller Ve Haramlar, Musiki paragraaf)
Ter conclusie: luisteren naar muziek met als voorwaarde dat zij mooi, met mate en betekenisvol is, is moebah. De reden dat het haram is, komt niet door de muziek zelf, maar door externe factoren die bij de muziek bij komen kijken.
IK ben eens met de ziens wijze van deze mijnheer...
BeantwoordenVerwijderenElhmdll!
BeantwoordenVerwijderen